Mijn kast is opgeruimd

en nu nog even –

dat had ik steeds verzuimd –

mijn leven.

Ik bind mijn kinderangsten

tezamen met een strik.

Ze kijken naar mijn handen

met een vergeelde blik.

En wat ligt daar, in godsnaam ….

een kluwentje oud zeer.

Ik trek er even aan :

’t is niet elastisch meer.

Een paar el oud geloof,

dat wind ik om een klos

voor ’t sterfbed. Stel je voor,

dat lag daar zomaar los.

En hier ligt mij Vetrouwen

dat alles Goed zal komen.

Wel wel, ik dacht dat Stientje

dat al had meegenomen.

Dit werk is gauw gebeurd

en ’t is niet eens meer treurig.

Gordijntjes voor de kast

en ’t is zó keurig!

Nu enkel nog mijn heimwee

en mijn gevoel voor jou.

Daar zijn geen laatjes voor.

De wereld is te nauw.

Gedicht van Annie M.G. Schmidt

Deel dit bericht

Vergelijkbare berichten